Deze norm legt de eisen en testmethoden vast voor materialen en naden van kleding, die beschermt tegen neerslag (regen, sneeuw), mist en de vochtigheid van de grond. Voor het testen van de regendichtheid van volledige kleding is een aparte test ontwikkeld (EN 14360), deze test is niet in deze norm opgenomen.
De EN 343-norm heeft als symbool een paraplu, met daarnaast twee waarden X en Y. De X-waarde geeft de waterdichtheid aan en de Y-waarde geeft de waterdampdoorlaatbaarheid aan (het ademende vermogen).
Deze norm valt onder ‘autocertificering’, dit betekent dat je dit product als bedrijf zelf mag certificeren en het hoeft dus niet telkens door een testinstituut goedgekeurd te worden. Het enige risico dat de drager loopt is namelijk dat hij nat wordt en dat is niet levensbedreigend.
Wanneer deze norm in combinatie met andere normen wordt gebruikt (dus bijvoorbeeld een HAVEP® 4safety parka die waterdicht is) dan wordt wel de gehele combinatie van normen door het testinstituut gecontroleerd.
De X-waarde geeft de waterdichtheid van het artikel aan. Er zijn drie klassen: hierbij is 3 de hoogste klasse (dus het meest waterdicht) en 1 de laagste. Er wordt een bepaalde hoeveelheid water onder druk op het doek aangebracht, afhankelijk van de hoeveelheid druk die het doorstaat wordt de klasse bepaald.
De Y-waarde geeft het ademende vermogen van het doek / de doeken (alle lagen die in het artikel gebruikt worden) aan. Ook voor het ademende vermogen zijn er drie klassen. Klasse 1 is de laagste waarde en klasse 3 de hoogste. Wanneer een artikel in klasse 1 valt wordt aangeraden het artikel niet langer dan x minuten te dragen (hoelang het artikel gedragen mag worden is aangegeven in een tabel in de norm).
Om met de EN 343-norm gecertificeerd te worden, moet het kledingstuk voldoen aan de volgende eisen: