Vlamvertragende en anti-statische parka Hedland met reflectie

Beschrijving
Vlamvertragende en antistatische parka voorzien van rechtopstaande kraag, kap apart verkrijgbaar, ritssluiting onder beleg met klittenbandsluiting, 1 opgezette borstzak, 2 opgezette zakken met klep, 2 lussen voor gasdetectiemeters, 1 Napoleon zak, rond ingezette mouwen, mouwvernauwing d.m.v. klittenbandsluiting, koord in zoom, waterdicht getapede naden, vlamvertragende reflecterende banden (50mm), ruglengte 85 cm. Jas wordt zonder voering geleverd
Voeringen:
496ZN2TF1 Fleece Rainier
7759N2TF1 Fleece Obaix
9633N2TV4 Softshell Playford
7761N2TF1 Fleece Molenbaix
Normen
EN ISO 14116 : 2015 / Outer : IND. 1 - Inner : IND.3
EN 1149-5 : 2018
EN 13034 : 2005 + A1 : 2009 Type PB <6>
EN ISO 20471 : 2013 +A1 2016 / Class 3
EN 343 : 2019 / Class 3-3-X
EN ISO 13688 : 2013
Kwaliteit
100% Polyester weefsel met 100 % FR PU coating + AST/ ± 240 gr/m²
Kleuren
278 Fluor Geel/Marine, 279 Fluor Oranje/Marine, 815 Fluor Rood/Marine
Maten
XS t/m 3XL

Uitvoeringen
Maat
XSSMLXL2XL3XL4XL5XL
Aantal
Prijs:

Antistatische werkkleding

Antistatische werkkleding voorkomt dat er door elektrostatische oplading vonken ontstaan, die brand of explosies kunnen veroorzaken. EN 1149-5 is een overkoepelende norm.

Deze norm is onderdeel van een serie normen in verband met uiteenlopende toepassingen en materialen.

De EN1149 bestaat uit de volgende onderdelen:

  • EN1149-1: Beproevingsmethoden voor het meten van oppervlakte weerstand.
  • EN1149-2: Beproevingsmethoden voor de meting van de elektrische weerstand door een materiaal (verticale weerstand).
  • EN1149-3: Beproevingsmethoden voor de meting van het ladingverval.
  • EN1149-4: Testmethode voor het kledingstuk (norm is in ontwikkeling).
  • EN1149-5: Prestatie-eisen.

Wat houdt deze norm in?

Deze norm heeft als symbool een bliksemschicht met hieronder de norm EN EN1149-5. Deze norm specificeert de vereisten van elektrisch geleidende werkkleding. Deze werkkleding is onderdeel van een totaal geaard systeem (o.a. in combinatie met geleidend schoeisel).

De antistatische werkkleding voorkomt het ontstaan van vonken, hierdoor worden ook explosies voorkomen. De werkkleding met deze norm wordt alleen geaccepteerd als hij gecombineerd is met de norm voor vlamvertragende kleding (EN 531 of EN ISO 11612).

Deze elektrisch geleidende werkkleding wordt gedragen in explosiegevaarlijke ruimten. Indien er kans is op een explosie bestaat er dus ook kans op vuur. Deze kleding mag niet gebruikt worden in een met zuurstof verrijkte omgevingen en beschermt ook niet tegen netspanning.

Werkkleding die voldoet aan de norm EN1149-5, wordt vaak toegepast bij bedrijven die aan de ATEX-richtlijn dienen te voldoen.

Verschillende testen

Het doek waarvan de antistatische werkkleding gemaakt wordt, moet voldoen aan de EN 1149-1, EN 1149-2 of EN 1149-3. Of het totale kledingstuk dient getest te zijn volgens EN 1149-4 (in ontwikkeling). Binnen HAVEP wordt alleen gewerkt met materialen die voldoen aan EN 1149-1 of EN 1149-3.

EN 1149-1: Beschermende werkkleding - Elektrostatische eigenschappen, deel 1

Het doek verliest de elektrostatische lading door geleiding. Hiertoe wordt de oppervlakteweerstand bepaald en deze moet ≤ 2,5 * 109 Ω zijn. Geleiding kan door middel van homogeen of niet-homogeen materiaal. Indien het materiaal niet homogeen is, dan door middel van een raster van geleidende draden (metaal/koolstof) van max. 10mm x 10mm.

EN 1149-3: Beschermende werkkleding - Elektrostatische eigenschappen, deel 3

Het doek verliest de elektrostatische lading aan de lucht (en niet door geleiding). De norm bevat een testmethode die meet na hoeveel tijd een opgebrachte lading verdwenen is (Electro Static Discharge kleding): t50% <4 sec of S> 0.2.

Welke eisen worden er in de EN 1149-norm gesteld?

Om met de EN 1149-norm gecertificeerd te worden, moet de werkkleding voldoen aan de volgende eisen:

  • Het model moet voldoen aan de voorwaarden gesteld in de EN 340.
  • Materialen die op kunnen laden, metalen knopen e.d., dienen aan de buitenzijde verdekt te zijn.
  • Niet-geleidende elementen (reflectie banden, emblemen, etc.) zijn toegestaan, mits ze permanent bevestigd zijn. Een afneembare badge is dus bijvoorbeeld niet toegestaan.
  • Alleen werkkleding die aan de EN1149-5 voldoet is niet voldoende, de drager zal tevens geleidend schoeisel moeten dragen.
  • De buitenstof moet altijd contact maken met de huid. Dus bij winterkleding, moet er bijvoorbeeld voor gezorgd worden dat de zoom contact maakt met de huid.
  • Wanneer werkkleding aan de norm EN1149-5 voldoet, dan moet deze ook aan de norm EN531 voldoen.

ATEX is geen kledingnormering maar een richtlijn

Opheldering: ATEX is géén kledingnormering, maar een richtlijn

De ATEX richtlijn is opgesteld voor bedrijven waar sprake kan zijn van ontploffingsgevaar. Te denken valt aan bedrijven die werken met chemicaliën, maar ook aan bedrijven die werken met meel. In deze richtlijn staan allerlei eisen waaraan het bedrijf zich moet houden; apparaten die in deze ruimten gebruikt moeten worden, de installatie van de apparaten, de beveiliging van ruimtes, de bescherming voor de werknemers, e.d.

In de ATEX richtlijn wordt ook gesproken over persoonlijke beschermingsmiddelen, waar o.a. werkkleding onder valt. Veiligheidskleding die gecertificeerd is volgens de norm EN 1149, voldoet aan de eisen uit de ATEX richtlijn.

Beschermende kleding tegen vloeibare chemicaliën

Vereisten voor kleding die een beperkte bescherming biedt tegen vloeibare chemicaliën (Type 6 kleding).

Deze norm legt de vereisten en testmethoden vast voor chemische beschermingspakken van type 6, zowel pakken voor éénmalig gebruik als herbruikbare pakken. Voor bijbehorende uitrustingen, zoals handschoenen en laarzen, die geen integraal deel uitmaken van het pak wordt verwezen naar de overeenkomstige productnormen.

Type 6-kleding, is kleding die een beperkte bescherming biedt tegen kleine spatten of een lichte nevel van chemische vloeistoffen. Over het algemeen zal deze kleding gemaakt zijn uit vloeistofafstotende, maar niet volledig vloeistofdichte materialen.

Wat houdt de EN 13034-norm in?

Er worden verschillende testen gedaan op het doek. Er wordt getest op treksterkte, maar er wordt ook een test gedaan om de chemicaliënbestendigheid te bepalen.

Bij deze testen worden er 4 oplossingen van chemicaliën (H2SO4 30%, NaOH 10%, o-xylene en butan-1-ol) op het doek aangebracht. Hierbij wordt de hoeveelheid die van het doek afparelt bekeken en de hoeveelheid die door het doek dringt. Deze hoeveelheden moeten binnen de voorwaarden vallen die gesteld worden in de EN 13030-norm.

Er moet ook (per kwaliteit) een gereed product getest worden. Dit is een zogenaamde mannequin-test. Tijdens deze spraytest voert een drager 7, in de norm beschreven, bewegingen uit en wordt er gecontroleerd of het kledingstuk vloeistof doorlaat. De klasseringen van de verschillende testen moeten in de gebruiksaanwijzing gemeld worden.

De spraytest op het model is niet nodig als het om een gedeeltelijke bescherming gaat, de zogenaamde ‘type [PB6]’ kleding (‘partial body protection’). Het kan dan echter niet om overalls gaan. Kleding bij HAVEP is steeds type 6.

Andere vereisten uit de EN 13034 betreffen: slijtweerstand, scheursterkte, treksterkte en naadsterkte.

Welke eisen worden er in de EN 13034-norm gesteld?

Om gecertificeerd te worden met de EN 13034-norm moet de werkkleding aan de volgende eisen voldoen:

  • Een model moet voldoen aan de voorwaarden gesteld in de EN 340-norm.
  • Werkkleding die in deze norm valt moet aan de spraytest voldoen.
  • Bij het ontwerp van de kleding moet er op gelet worden, dat er geen spatten kunnen binnendringen in de kleding (bijvoorbeeld sluitingen van zakken en dergelijke). De eisen uit de EN ISO 11611 (lasserskleding zijn hier een leidraad voor).

Bescherming door hoge zichtbaarheid bij dag, schemer en nacht.
Reflecterende werkkleding.


Het cijfer naast het pictogram geeft aan in welke klasse het artikel valt. Dat hangt af van de minimale oppervlakte fluorescerend en reflecterend materiaal:
  • Klasse 1: vergt 0,14 m2 fluo oppervlak en 0,10 m2 reflecterend oppervlak.
  • Klasse 2: vergt 0,5 m2 fluo oppervlak en 0,13 m2 reflecterend.
  • Klasse 3: vergt 0,8 m2 fluo oppervlak en 0,2 m2 reflecterend oppervlak.
Er zijn ook specifieke voorschriften vastgelegd met betrekking tot de plaatsing van het fluorescerend en reflecterend materiaal op romp, mouwen en pijpen. De achtergrond, het fluorescerende materiaal, is toegestaan in de kleuren oranje, geel en rood. De kleurcoördinaten en de luminantiefactor moeten binnen bepaalde grenzen vallen (voor en na belichting). Tevens worden er in de norm EN ISO 20471 eisen gesteld aan de kleurechtheid van zowel de fluorescerende kleuren als de contrastkleuren.
WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN DE EN ISO 20471-NORM EN DE EN 471-NORM?
EN ISO 20471 kent één waarde (x). Dit cijfer geeft aan in welke klasse het artikel valt. Aangezien de reflectie enkel in de hoogste klasse is toegestaan, vervalt de waarde (y) in EN ISO 20471.
WELKE EISEN WORDEN ER IN DE EN ISO 20471-NORM GESTELD?
Voorwaarden bij het plaatsen van de reflecterende banden: De breedte van de reflecterende banden bedraagt minstens 50 mm (anders telt het niet mee in de oppervlakteberekening en wordt het als decoratie gezien). Een onderbreking (voor sluiting systeem of naad) in de band van retroreflectie materiaal is maximaal 50 mm. Het totaal van dergelijke onderbrekingen zal niet meer zijn dan 100 mm in iedere band rond het lichaam en 50 mm rond mouwen en broekspijpen. De ruimte tussen 2 reflecterende banden moet tenminste 50 mm zijn (met een maximale hoek van 20°) en deze banden moeten minimaal 50 mm van de onderkant van het kledingstuk verwijderd zijn (zoals van de zoom van de broekspijpen). De reflecterende banden kunnen op diverse manieren aangebracht zijn. Alleen als ze volgens voorschrift aangebracht zijn, tellen ze mee in de oppervlakteberekening. Dit houdt in dat de torso, de benen en de armen 2x omsnoerd moeten worden (of 1x horizontaal met verticale banden over de schouder).
Voorwaarden voor het fluorescerende materiaal:
Het fluorescerend materiaal moet de torso, de mouwen en de benen minstens 5 cm omcirkelen. Onderbrekingen van fluorescerend materiaal door reflecterende banden zijn toegestaan (zoals het geval bij Rijkswaterstaatkleding: de verticale reflectieband van 25 mm over de mouwen en pijpen) De verhouding fluomateriaal voor en achter zal gelijk zijn aan 50% +/-10%.

Beschermende kleding - Bescherming tegen regen

Deze norm legt de eisen en testmethoden vast voor materialen en naden van kleding, die beschermt tegen neerslag (regen, sneeuw), mist en de vochtigheid van de grond. Voor het testen van de regendichtheid van volledige kleding is een aparte test ontwikkeld (EN 14360), deze test is niet in deze norm opgenomen.

Wat houdt de EN 343-norm in?

De EN 343-norm heeft als symbool een paraplu, met daarnaast twee waarden X en Y. De X-waarde geeft de waterdichtheid aan en de Y-waarde geeft de waterdampdoorlaatbaarheid aan (het ademende vermogen).

Deze norm valt onder ‘autocertificering’, dit betekent dat je dit product als bedrijf zelf mag certificeren en het hoeft dus niet telkens door een testinstituut goedgekeurd te worden. Het enige risico dat de drager loopt is namelijk dat hij nat wordt en dat is niet levensbedreigend.

Wanneer deze norm in combinatie met andere normen wordt gebruikt (dus bijvoorbeeld een HAVEP® 4safety parka die waterdicht is) dan wordt wel de gehele combinatie van normen door het testinstituut gecontroleerd.

De X-waarde en Y-waarde

De X-waarde geeft de waterdichtheid van het artikel aan. Er zijn drie klassen: hierbij is 3 de hoogste klasse (dus het meest waterdicht) en 1 de laagste. Er wordt een bepaalde hoeveelheid water onder druk op het doek aangebracht, afhankelijk van de hoeveelheid druk die het doorstaat wordt de klasse bepaald.

De Y-waarde geeft het ademende vermogen van het doek / de doeken (alle lagen die in het artikel gebruikt worden) aan. Ook voor het ademende vermogen zijn er drie klassen. Klasse 1 is de laagste waarde en klasse 3 de hoogste. Wanneer een artikel in klasse 1 valt wordt aangeraden het artikel niet langer dan x minuten te dragen (hoelang het artikel gedragen mag worden is aangegeven in een tabel in de norm).

Welke eisen worden er in de EN 343-norm gesteld?

Om met de EN 343-norm gecertificeerd te worden, moet het kledingstuk voldoen aan de volgende eisen:

  • Een model moet voldoen aan de voorwaarden gesteld in de EN 340-norm.
  • De treksterkte, scheurweerstand, krimp en naadsterkte moeten voldoen aan de waarden die gesteld worden in de norm.
  • Er zijn verder geen modeleisen voor dit kledingstuk. Uiteraard mogen er in de kleding geen openingen zitten die bij normaal gebruik water doorlaten, denk daarbij aan uitritsbare mouwen.

Laatst bekeken

Laatst bekeken